Het systeem…

 

 

 

“Het spijt me, meneer, u zit niet in Het Systeem”. Ze zegt het met vriendelijke stem, een klein zweempje van verwijt toch wel, en ook kordaat en krachtig zoals ze het in de opleiding (“vorming” zeggen ze bij de bank) heeft geleerd. “U zit niet in Het Systeem”, klinkt het ten tweede male. De herhaling als pedagogisch middel. Ze bloost er ook een beetje bij, wat haar teint trouwens ten goede komt. Ik schat haar eind twintig, begin dertig. In een ander leven zou ze op een terrasje A la recherche du temps perdu van Marcel Proust lezen, terwijl ze eigenhandig Madeleinekoekjes in haar koffie sopt. En de verveling van de ober ondergaat. Maar neen, we zijn hier bij een bank. Een “grootbank”. De verbeelding wordt hier ongenadig ingeriemd. In een dwingend korset van regels en wetten. “Het spijt me, meneer, u zit niet in Het Systeem”. Ik weet het. Ik sta voor het loket en zit (niet) in Het Systeem.

 

Het Systeem ...

Vijfendertig jaar ben ik er klant. Bij die bank. Die “Grootbank”. Met hoofdletter en hele lange “o”. Groooootbank, of zo iets. Indertijd klant geworden omdat het in de buurt de enige bank was die op zaterdagochtend open deed. Tot half een dan nog. Wat praktisch was voor overschrijvingen en stortingen, zoals je dat in de jaren tachtig nog allemaal moest doen. Ondertussen zijn er wel meer banken op zaterdagochtend open en een overschrijvingsformulier binnen doen, ik kan me niet meer herinneringen wanneer ik dat nog gedaan heb. Alles gebeurt automatisch tegenwoordig: geld komt uit de muur, betalingen doe je via Homebanking. Waarom komt een mens nog in een bank? Om leningen af te sluiten of een nieuwe bankkaart te halen. Dat laatste is dan ook de reden. Want, zoals dat dan zo mooi heet, ze is verlopen, mijn kaart.

 

Het Systeem ...

Mooi woord: “verlopen”. Het heeft iets van een mooie wandeling op een koude winterdag. Je bent iets te lang buiten geweest, het is iets te koud geworden, je bent verlopen. Een beetje verkeerd gelopen, een afslagje gemist, een bruggetje te ver. Of je bent verlopen, in de zin dat je d’r wat verlept, verweesd, verpieterd uitziet en betere tijden hebt gekend. Maar neen: mijnbankkaart is verlopen. En er ligt een nieuwe voor mij klaar. Opsturen kan niet (vroeg ik nog aan de telefoon). “Wegens de veiligheid”, werd er me gezegd. “U begrijpt…”. Ja, uiteraard begrijp ik dat. De veiligheid. Dat spreekt. In het gareel voor en van de veiligheid. Ik moet er dus om. Maar wat blijkt bij aankomst: “ik zit niet in Het Systeem”. Het Systeem. Mijn spontane reactie is om, Jan Mulder indachtig, heel luid “Fuck the System” te roepen. Maar als het over voetbal gaat, kom je er met wat gelul over 5-3-2 dan wel 3-5-2 makkelijk uit. Is het een kwestie van de punt van de ruit naar voren of naar achteren? En of je twee man op de 6 kan hebben en zonder echte 9 kan spelen (jaja!)? Maar hier zijn we dus niet aan de tafel met een bende voetbalgoochemerds, maar staan we voor het loket van een bank. Een Grootbank. En we zitten niet in Het Systeem.

 

“Bon”, zeg ik. “Het Systeem…”. En ik wacht. En hoop dat ergens een regisseur hierboven een muziekje gaat starten om het wat extra dimensie te geven. Maar ik kijk in ogen die gewoon terug kijken. De eigenares van die ogen heeft, zo te zien, wel meer te maken met mensen die “niet in Het Systeem” zitten. Dus eentje meer of minder, daar krijg je haar niet mee van haar à propos. “Maar”, probeer ik, “ik ben hier, euh… klant. Al lang. 35 jaar of zo. En u heeft mij een brief gestuurd. Dus, dan zit ik toch wel in Het Systeem”. Voilà. Die zit. Fier op mezelf dat ik dat even heb dargestellt. Even getoond dat ik, zelfs als rabiaat pacifist, op mijn strepen sta. Maar de verbale counter komt razendsnel: “Brussel”, sist ze. “Brussel!”. Ze spuwt het in mijn richting. Met de passende dedain die bij een geboren Oost-Vlaamse hoort ,als ze het over ’s lands hoofdstad heeft. “Brussel. Het is Brussel die zo’n brieven stuurt. Wij niet!” “En dan?”, denk ik bij mezelf. “Brussel, Tokyo, New York, … . een brief is een brief. En het logo erboven is hetzelfde als wat hier boven de deur hier hangt”. Ze ziet het onbegrip in mijn ogen, slaakt een licht zuchtje en begint, zachtjes voorover leunend, aan het educatieve deel. “Brussel”, zegt ze, “draait op een oudersysteem. Het Systeem dat wij hebben is recent vernieuwd”. “En dan?”, zeg ik. “Ik wil gewoon mijn bankkaart, en…” . ze valt even uit haar rol en onderbreekt me – blijkbaar heeft ze de middagsessie bij de “vorming” gemist: je onderbreekt nooit een klant, hoogstens hou je, bij het luisteren, je hoofd in een hoek van 75° en glimlach je even. Bij deskundigen bekend als de “Kathleen Van Brempt-look”. Maar onderbreken, neen, dat doe je niet. “U zit niet in Het Systeem. Ik kan u niet helpen”.

“Twee woorden.” Ah. Kijk. Twee woorden. Ja dat maakt een verschil… Voor Het Systeem.

Het Systeem ...

Het Systeem. Het wekt anarchistische gevoelens in me op. Ik hààt het. “Het Systeem”. Ik wil ook niet in Het Systeem. Ik wil er van weg. Los. Vrij. Maar goed: strijdliederen van verknechting zullen niet helpen. Ik heb ze wel nodig, die bankkaart. Dus ik plooi voor Het Systeem. “Wat stelt u voor?”, vraag ik haar. Het antwoord komt snel. Hier zijn efficiëntie en procedures aan het werk. En extreme klantgerichtheid. “U moet hier uw geboortedatum invullen en ook waar u geboren bent en van uw vrouw en van uw kinderen en dan zet ik u in Het Systeem. “Maar ik ben al vijfendertig jaar klant, …”. Ik zie het nutteloze van de inspanning in. En plooi. Gedwee. Ik zet me aan het schrijven. Sint-Niklaas. 10 april 1961. Gehuwd. Drie kinderen. En ik ken ook hun geboortedata én die van mijn vrouw. Die ook geboren is. In Anderlecht dan nog wel. Wat ik als Club Brugge-supporter heb moeten aanvaarden. Het leven is één groot compromis. “U bent van Sint-Niklaas”, komt er van de andere kant. “Ha… En u woont in Gent?”. “Komt er nu een folder voor anderstaligen?”, denk ik. “Ik woon al langer hier dan dat ik in Sint-Niklaas gewoond heb”, zeg ik. “Is het in orde nu?”. “De Corte” zegt ze. In een of twee woorden?”. “Twee woorden.” “Ah. Kijk. Twee woorden. Ja dat maakt een verschil… . Voor Het Systeem.” Geroffel op een klaviertje. “Zo, zegt ze. U zit erin. In Het Systeem. Makkelijk. Dat u in Het Systeem zit”. Dat laatste had niet gehoeven. Dat van dat “makkelijk”. Het resultaat telt. Ik zit in Het Systeem. Het nieuwe systeem. Ik hoor er weer bij. Bij de “tevreden klanten”. En loop snel de deur van het bankkantoor uit. Uit het kantoor, in Het Systeem, met mijn bankkaart. Vervaldatum november 2021. Zou Het Systeem er dan nog zijn?

Dirk De Corte
Managing Partner
ImproveMenT
dirk@improve-ment.be